Plancius 1

In de 16e eeuw leeft ook Petrus Plancius, een van de belangrijkste predikanten van zijn tijd. Naast theoloog is hij ook aardrijks-, zeevaarts- en sterrenkundige. Waarom staat dit hier vermeld?  Nou, de eigenlijke naam van deze Plancius is namelijk Pieter Platevoet. Deze naamsverandering in het latijn doen in die tijd veel mensen die daardoor meer tot een intellectuele bovenlaag gerekend willen worden. In het 'Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek' (1918) zijn 4 pagina's aan zijn leven en werk gewijd en J Keunig schrijf in 1946 een boek over hem.

Pieter wordt geboren in 1552 in Dranouter, een klein plaatsje in West-Vlaanderen, nabij de Franse grens,  toen gelegen in de gemeente Belle, nu Bailleul (F). Hij is de zoon van
Anthony Platevoet, heer van Monterberg en poorter van Belle. Vrijwel zeker mogen we aannemen, dat zijn vader bekend is met de denkbeelden van de Hervorming, welke beweging in Belle al vroeg aanhangers heeft. Het calvinisme heeft er een goede voedingsbodem gevonden. Er is een grote intellectuele opbloei. Economisch gezien zijn er de luxe-laken-nijverheid en een succesrijke kledingindustrie, maar er groeit ook een drukkend kapitalisme, waarin arbeiders in ellendige omstandigheden leven. Veel protestantse vluchtelingen van elders vestigen zich in de streek. Niet voor niets begint in augustus 1566 juist in deze omgeving de Beeldenstorm als reactie op de katholieke repressie. In die tijd zullen er in het Zuiden zelfs meer protestanten geweest zijn dan in de Noordelijke Nederlanden.
Na zijn schoolopleiding in Hondschoote studeert Pieter Platevoet theologie, geschiedenis, talen en wiskunde in Duitsland en Engeland. Op 24-jarige leeftijd (1576) heeft hij zijn studies voltooid en beroept men hem als predikant, eerst in Vlaanderen. Pieter is een principieel en rechtlijnig calvinist. In 1577 trekt hij naar Mechelen, in 1578 naar Brussel en Leuven, om daar onder het kruis te prediken. Hij diende 7 jaar.
In 1578 (hij is dan predikant te Meenen, Vlaanderen) neemt hij als afgevaardigde van Oost- en West Vlaanderen deel aan de Synode van Dordrecht. In de namenlijst komt hij voor als
Petrus Platefoet M.(inister). Kennelijk is de naamswijziging in Petrus Plancius dus van na 1578. 

1973:  Plancius Gedenkplaat, Dranouter (B)

De Nederlander Jan Baptist Vrients (1552-1612) is de graveur en uitgever van de kaart in Antwerpen. Plancius maakt kaarten voor de route naar Indië in dienst van de Oost-Indische Compagnie (1602-1609) en gaf les aan schippers in de kunst van het kaartlezen.

 

.

Achter de kerk van Dranouter (nabij Lille, Fr.) staat sinds 1973 een gedenktafel voor Petrus Plancius. Hier wordt duidelijk hoe in de crisistijd het Heuvelland en de Westhoek hun beste krachten zagen wegtrekken om een bijdrage te gaan leveren aan de Gouden Eeuw van het Noorden. De streek werd in die tijd economisch en intellectueel als het ware onthoofd. Voor velen is het daarbij een keuze tussen verbanning of de galg (die in die jaren op de Ravelsberg stond). Jan de Creus bijvoorbeeld is in 1560 levend verbrand. Door deze vervolging ontstaan er grote Vlaamse kerken in Leiden, Amsterdam, Haarlem en elders in het vrije Holland. Men houdt voortdurend contact met de geloofsbroeders in het Noorden. De harde vervolging breekt uiteindelijk de nieuwe leer. Wie zich niet kon voegen trekt weg naar andere streken.
Bij de belegering van Brussel door de Hertog van Parma in 1585 vlucht ook
Plancius.

De Hertog van Parma

belegert Antwerpen (1585)

Hij besluit op 10 maart 1585 om in soldatenkledij met de krijgslieden uit de stad te vertrekken om niet zoals zijn collega Johannes Floreanus vermoord te zullen worden. Hij vlucht via Bergen-op-Zoom naar Amsterdam. Terwijl in de zuidelijke Nederlanden de hervorming ongedaan wordt gemaakt, behaalt het Noorden onder leiding van Willem van Oranje de overwinning.
Nadat
Plancius in Amsterdam enige malen op proef heeft gepreekt wordt hij In december 1585 bevestigd (aangesteld). Door zijn onverdraagzaamheid en opvliegende aard is hij regelmaatig in conflicten verwikkeld., maar na een lange reeks van jaren, tot aan zijn dood in 1622 dient hij de Amsterdamse gemeente en is hij een invloedrijke theoloog.

1617: Gezicht op Amsterdam van de IJkant

Als aanvoerder van de Contraremonstranten tijdens de godsdiensttwisten van 1610-1618 is hij een van de felste verdedigers van het rechtzinnig calvinisme. Zijn strijd tegen dwalingen ondervonden niet alleen de Roomsen en Joden, maar ook de Lutheranen, Doopsen, Remonstranten en Libertijnen. Het is dan ook begrijpelijk, dat burgemeester  P C Hooft zeer verontwaardigd is, over de wens van de calvinistisch gereformeerde predikanten van Amsterdam om alle niet goed gereformeerden met een half jaar bedenktijd uit ‘den lande’ te verbannen. Toch heeft hij, voor zover bekend, geen enkel tijdschrift geschreven. De kansel was zijn terrein.
In 1595 is Plancius als predikant te Leiden betrokken bij een offensief van de dominee tegen het opvoeren van toneelspelen. Veel effect had de kerkelijke schrobbering niet. De Leidse magistraat (bestuur) ging door met het subsidiëren van voorstellingen. De Leidse predikanten
Plancius (Platevoet) en Gallus (De Haan) verschenen op 27 april voor het Gerecht en eisten een onmiddellijk verbod op het toneel, aangezien veele ende verscheyden personen daer aen grotelicx waren geërgert/ waer uyt leechlicken in deser stede oneensheyt twist ende scheuringe rijsen, ooc volgen mocht verloop ende zulcx verminderinge van neeringe.

 

Het is des te verwonderlijker dat hij daarnaast een van de belangrijkste cartografen van zijn tijd is en een van de grondleggers van de cartologie in Nederland. Hoe en wanneer Plancius tot de geografische wetenschappen komt is niet bekend. Dat zijn geografische astrologische studies veel van zijn tijd in beslag neemt mag wel blijken uit opmerkingen van Amsterdammers, dat hij vaak onvoorbereid op de preekstoel staat en dan onnodig uitwijdt over Indië, de Nieuwe Wereld of de sterren.
Hij sprak 7 vreemde talen en verzamelde en beoordeelde Spaanse en Portugese scheepsjournalen, die hij vervolgens weer verwerkte in zee- en hemelkaarten. In 1592 brengt hij kaarten uit van de Cassiteriden en de Indische Archipel en zijn grote wereldkaart OBIS TERRAE COMPENDIOSA en vestigt daarmee zijn reputatie.

Petrus Plancius

1552-1622

1592, De Cassiteriden

1592, Indische Archipel

Orbis

Terra

Compendiosa

di Scriptio

Links:

de aardglobe van

Petrus Plancius

uit 1614

 

 

 

rechts: Plancius geeft les aan schippers in de kunst van het kaartlezen

Hij vervaardigt verder een aantal kaarten van de buiten-Europese kusten en, samen met Willem Barentsz, een kaart van het Middellandse zeegebied. Als cartograaf maakt hij meer dan 100 afzonderlijke mappen en kaarten. Verder publiceert hij journalen, zeemansgidsen, navigatieboeken en ontwikkelt hij een nieuwe methode voor de bepaling van de geografische lengte. Bovendien introduceert hij het gebruik van de Mercator-projectie voor de zeekaarten. 

 

Zijn rol als centraal verzamelpunt van allerlei soorten informatie, die hij functioneel maakt voor andere kaartenmakers, was van grote betekenis. Plancius was niet onbemiddeld. Hij neemt deel in de Comgagnie Van Verre en hij speelt een belangrijke rol bij de oprichting van de Verenigde Oost- en ook de West-Indische Compagnie, zowel financieel als voor de uitrusting met kaartmateriaal. Bij de VOC nam hij deel voor 6000 gulden. Hij heeft vanwege zijn aardrijkskundige beschrijvingen en zijn activiteiten als cartograaf de aanzet gegeven voor de spectaculaire groei van de Nederlandse cartografie in de zeventiende eeuw. Hij is overtuigt van de mogelijkheden voor een doorvaart langs de noordpool naar China.

Petrus Plancius

1552-1622

schepen van de VOC

1596, Schepen om de Noord.

Plancius was een grote stimulator van de Nederlandse zeevaart. Ofschoon sommigen hem zouden karakteriseren als “een betere amateur”, zien velen hem als de belangrijkste persoon na Mercator aan het eind van de 16e eeuw. Zijn werk is niet zo bekend als dat van zijn collega’s omdat hij geen atlas heeft gepubliceerd.
Hij was bijvoorbeeld betrokken bij de ontdekking van New York. In 1609, ontdekte een Engelse zeeman genoemd Henri Hudson met zijn schip 'de Halvemaan' een grote baai waarin een rivier uitmondde. Hudson claimde het gebied voor de Republiek der Zeven Provinciën en noemde het Nieuw Nederland. Hij was eigenlijk belast door de Vlamingen Emmanuel van Meteren, Judocus Hondius en Petrus Plancius met het ontdekken van een nieuwe doorgang naar Tataarland en China, voor rekening van de Oost-Indische Compagnie. Terwijl hij de kusten van Amerika aan boord van zijn schip verkende, ontdekte hij per toeval, 85 jaar na Verrazano, de toekomstige New York samen met de rivier die zijn naam zou dragen. Destijds heette het Nieuw-Amsterdam totdat de Engelsen het gebied in 1644 zonder slag of stoot innamen en de stad omdoopte tot New York naar de Graaf van York.

Tekstvak: Tekstvak:

50

 © a platvoet

Tekstvak:

49

Rubrieken:

50

51

52

53

54

56

56

57

Tekstvak:

55

 © a platvoet

Tekstvak:
Tekstvak:

Platevoet, Plaetevoet en Plancius